Openbaarheid van bestuur

Openbaarheid van bestuur betekent dat elke burger een bestuursdocument kan raadplegen en er een afschrift van kan krijgen. Dit grondrecht is in de grondwet opgenomen. In de openbaarheidwetgeving wordt dit recht verder uitgewerkt. In Vlaanderen is er op 1 januari 2019 het nieuwe decreet "Bestuursdecreet" van 7 december 2018 betreffende de openbaarheid van bestuur in werking getreden. Er wordt een dubbele openbaarheid voorzien: actieve openbaarheid (openbaarheid op initiatief van het bestuur) en passieve openbaarheid (openbaarheid op verzoek van een burger).

Actieve openbaarheid

Actieve openbaarheid impliceert dat de overheid niet alleen vragen om informatie moet afwachten, maar ook op eigen initiatief informatie moet verstrekken. Zo moeten de gemeenten en provincies het publiek, uit eigen beweging en op een duidelijke en objectieve manier, voorlichten over hun optreden.

Een voorbeeld hiervan zijn de agenda's, besluitenlijsten en notulen van de gemeente- en OCMW-raad

Passieve openbaarheid

Iedere burger heeft het recht om elk bestuursdocument van een provinciale of gemeentelijke administratieve overheid ter plaatse in te zien, daarover uitleg te krijgen en een afschrift ervan te ontvangen.

Een verzoek moet schriftelijk worden ingediend. De inzage en uitleg zijn steeds kosteloos.

In principe moet men geen belang aantonen, tenzij de documenten van persoonlijke aard zijn. Het recht op openbaarheid van bestuur is echter geen absoluut recht. De openbaarheid kan immers in conflict komen met andere fundamentele rechten of belangen, zoals de veiligheid van de bevolking, fundamentele rechten en vrijheden, de openbare orde, de persoonlijke levenssfeer, enz. ...